Het jaar is 1971. Uit ongenoegen van vele onderbetaalde werknemers breekt in een Kempense fabriek een heuse staking uit. Totdat hun loon verhoogd wordt met 10 frank leggen de arbeiders het werk neer. Eén van die arbeiders is Jan Debruycker, de vader van Germaine. Zij is een 18-jarige kassière dat droomt van een beter leven.